Lokale heffingen

Inleiding

De paragraaf lokale heffingen bevat, conform het BBV, een overzicht van inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, de lokale lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

In de Gemeentewet en een aantal bijzondere wetten is geregeld welke heffingen (belastingen en retributies) de gemeente mag heffen.

In de gemeente Pijnacker-Nootdorp worden de volgende gemeentelijke heffingen geheven:

  • onroerendezaakbelastingen;
  • afvalstoffenheffing;
  • rioolheffing;
  • hondenbelasting;
  • toeristenbelasting;
  • leges.

Voor 2020 was de totale opbrengst van de gemeentelijke heffingen geraamd op € 26.125 mln. De werkelijke opbrengst bedroeg € 25.975 mln. In onderstaande grafiek is per onderdeel aangegeven wat het aandeel in de opbrengsten in 2020 was.

De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor de verschillende heffingen vast. Uitgangspunt bij tariefsverhogingen van belastingen is dat de autonome meeropbrengst gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor 2020 was dit 1,4% ten opzichte van de opbrengsten van 2019. Daarnaast is bij de begrote opbrengst ook rekening gehouden met de uitbreiding van 493 woningen. De begrote opbrengsten zijn hiervoor met 2,3% verhoogd. Voor de rechten geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten die samenhangen met het leveren van de diensten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert het standpunt dat de rechten daar waar mogelijk 100% kostendekkend zijn.

Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

OZB zijn belastingen die geheven worden over in de gemeente gelegen onroerende zaken. De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald door de WOZ-waarde, waarop vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Voor de OZB van belastingjaar 2020 is de WOZ-waarde bepaald naar de waardepeildatum 1 januari 2019. OZB zijn zogenaamde tijdstipbelastingen; bepalend voor de belastingplicht is de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing.

Bij de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, maar ook voor eigenaren en gebruikers. Er zijn daardoor verschillende soorten aanslagen OZB, namelijk:

  • OZB voor eigenaren van niet-woningen;
  • OZB voor gebruikers van niet-woningen;
  • OZB voor eigenaren van woningen.
2020

Over 2020 bedraagt de gerealiseerde OZB-opbrengst € 10,073 mln. Dit is € 29.000 hoger dan begroot. De volledigheidscontrole moet nog plaatsvinden.

Voor de OZB niet-woning is een bedrag aan € 45.000 voor het eigendom en € 18.000 voor het gebruik meegenomen als nog op te leggen aanslagen.

2019 en oudere jaren

Na de volledigheidscontrole is per saldo € 18.978 opgelegd aan Onroerende-zaak belastingen over het belastingjaar 2019. Voor het belastingjaar 2018 is naar aanleiding van bezwaren en beroep nog € 6.122 verminderd. Per saldo is voor oude jaren nog een meeropbrengst gegenereerd van € 12.856.

Afvalstoffenheffing

De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient ter dekking van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De geraamde baten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten. De kosten in verband met bedrijfsafval brengt de gemeente niet in rekening via belastingheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten. Bij de begroting 2020 is een amendement aangenomen waarmee de opbrengst van de afvalstoffenheffing met € 500.000 is afgeraamd. Hierdoor is de kostendekkendheid begroot op 93,3%.

De afvalstoffenheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De grondslag voor de afvalstoffenheffing is het aantal personen per huishouden. Op basis van het uitgangspunt de vervuiler betaalt kent de gemeente een gedifferentieerd tarief, namelijk voor:

  • een éénpersoonshuishouden;
  • een tweepersoonshuishouden;
  • een meerpersoonshuishouden.

In 2020 was de begrote opbrengst van de afvalstoffenheffing € 6,969 mln. De werkelijke opbrengst bedroeg € 6,886 mln. Dit betekent dat er voor een bedrag van € 82.000 minder is opgelegd. De oorzaak ligt in de voortgang van de woningbouw. Bij de begroting is rekening gehouden met een areaaluitbreiding van 493 woningen. In heel 2020 zijn slechts 253 woningen opgeleverd, waarvan 195 in de 2e helft van het jaar.

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

Voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing was een bedrag begroot van € 197.000. De werkelijke kwijtschelding was € 182.000, waarvan € 13.000 betrekking had op 2019 en eerder.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing

De kostendekkendheid op het product reinigingsrechten is 94,1%

bedragen * € 1.000

directe kosten

directe kosten (afdrachten)

indirectie kosten (overhead)

subsidie overige inkomsten

opbrengsten

kosten dekking realisatie

Reiniging

-1.469

-6.068

-64

259

6.894

94,1%

Volledigheidscontrole 2018 en 2019

Voor het belastingjaar 2018 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 3.365 aan aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 2.402 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2018.

Voor het belastingjaar 2019 is vanuit de volledigheidscontrole een bedrag van € 7.286 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een minder-opbrengst gegenereerd van - € 4.867 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2019.

Rioolheffing

De opbrengsten rioolheffing dient voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor de watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. Bij de begroting mag de opbrengst van de rioolheffing niet meer zijn dan de kosten. Als in de jaarrekening blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan kosten, wordt deze meeropbrengst in een egalisatiereserve gestort.

De rioolheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De rioolheffing van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een afvoerrecht waarbij tariefdifferentiatie mogelijk is. Op deze wijze wordt enigszins gevolg gegeven aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het tarief is voor een waterverbruik tot 400 m³ (voor huishoudens) gelijk. Boven dit verbruik geldt voor iedere 50 m³ afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan boven 400 m³ een opslag. Deze opslag geldt voor de zogenaamde grootverbruikers.

In 2020 was de begrote opbrengst voor de rioolheffing € 5,225 mln. De werkelijke opbrengst van de rioolheffing was € 5,131 mln. Dit betekent dat er een bedrag van € 104.000 minder is opgelegd. De oorzaak ligt in de voortgang van de woningbouw. Bij de begroting is rekening gehouden met een areaaluitbreiding van 493 woningen. In heel 2020 zijn slechts 253 woningen opgeleverd, waarvan 195 in de 2e helft van het jaar.

De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In mei 2018 is het (huidige) GRP 2018-2021 vastgesteld. Conform dit GRP zijn de tarieven voor 2020 berekend naar een kostendekkendheids-percentage van 100%.

Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2020 zijn de tarieven vastgesteld.

Kwijtschelding rioolheffing

Voor kwijtschelding was een bedrag begroot van € 175.226, de werkelijke kwijtschelding was € 135.240 waarvan € 11.559 betrekking had op 2019 en eerder.

Kostendekkendheid rioolheffing

bedragen * € 1.000

directe kosten (loon + materiaal)

directe kosten (afdrachten)

indirecte kosten (overhead)

Subsidie Overige inkomsten

opbrengsten

kosten-dekking realisatie

Riolering

-4.772

-448

90

5.131

100%

Volledigheidscontrole 2018 en 2019

Voor het belastingjaar 2018 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 5.966 aan aanslagen rioolheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 2.934 op de riooheffing voor belastingjaar 2018.

Voor het belastingjaar 2019 is in totaal € 13.254 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 6.922 op de rioolheffing voor belastingjaar 2019.

Leges

De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers allerlei diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor gemaakt worden in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt.

De leges zijn onder te verdelen in drie titels:

  • titel 1 Algemene dienstverlening (burgerzaken en overige leges);
  • titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges);
  • titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, evenementen en overige).

De tarieven voor 2020 zijn, waar mogelijk, met 1,4% inflatiecorrectie verhoogd.

Bij de najaarsnota zijn de begrote opbrengsten voor de producten in titel 1 met € 120.000 bijgesteld in verband met een lagere opbrengst voor o.a. reisdocumenten.

De APV vergunningen (Horeca e.d.) waren begroot op € 58.352. In 2020 zijn er nauwelijks vergunningen afgegeven. De opbrengst is € 13.049. Aangezien deze vergunningen onder de titel Europese Dienstenrichtlijn (Titel 3) vallen moet de kostendekkendheid per vergunning worden berekend. Als er geen vergunningen worden afgegeven zijn er geen kosten die toegerekend kunnen worden. Daardoor heeft dit geen invloed op de kostendekkendheidsberekening.

In 2020 is € 360.000 meer aan bouwleges opgelegd dan begroot. Deze meeropbrengst ligt hoofdzakelijk in de leges van de nieuwbouw van bedrijfspanden die i het 4e kwartaal van 2020 zijn gerealiseerd. De opbrengsten van de overige leges wijken niet veel af van de (aangepaste) begrote opbrengsten.

Kostendekkendheid leges

De kostendekkendheid van de leges, per titel, is als volgt:

Kostendekkendheid Leges Titel 1 (bedragen in €)

Titel 1 Algemene Dienstverlening

Hoofdstuk

omschrijving

lasten

baten

kosten-dekkendheid

1

Burgerlijke stand

69.811

68.958

98,78%

2

Reisdocumenten

183.430

168.182

91,69%

3

Rijbewijzen

230.504

218.740

94,90%

4

Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen

27.698

24.362

87,96%

6

Vastgoedinformatie

2.079

1.866

89,75%

7

Overige publiekszaken

10.459

8.823

84,36%

8

Gemeentearchief

1.490

1.343

90,13%

9

Huisvestingswet

740

725

97,97%

14

Verkeer en vervoer

14.404

13.932

96,72%

Totaal Titel 1

540.615

506.931

93,77%

Kostendekkendheid leges titel 2 (bedragen in €)

Titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Omschrijving

lasten

baten

Kosten-dekkendheid

Omgevingvergunningen

2.546.906

2.648.932

104,01%

Kostendekkendheid leges titel 3 (bedragen in €)

Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk

Omschrijving

lasten

baten

kosten-dekkendheid

1

Horeca

0

0

0%

2

Organiseren evenementen of markten

2.079

1.916

92,16%

3

Markt- en standplaatsgelden

41.027

39.273

95,72%

5

In deze titel niet benoemde beschikkingen

0

0

0%

Totaal Titel 3

43.106

41.189

95,55%

Kostendekkendheid leges totaal (bedragen in €)

lasten

baten

kosten- dekkendheid

Totaal kostendekkendheid leges

3.197.052

3.130.627

97,92%

Hondenbelasting en toeristenbelasting

Hondenbelasting

De hondenbelasting is een algemene belasting. Dit houdt in dat de gemeente vrij is in de bepaling van de opbrengst. Er hoeft dus geen relatie met de kosten te zijn. De hondenbelasting in Pijnacker-Nootdorp kent een progressief tarief. Dit houdt in dat voor een tweede en derde hond een hoger tarief geldt dan voor de eerste hond.

In het kader van de heffing van de hondenbelasting wordt jaarlijks een deel van de gemeente door een gespecialiseerd bedrijf gecontroleerd op het houden van honden. Door elk jaar een derde deel van de gemeente te controleren is na drie jaar overal in de gemeente gecontroleerd.

Voor 2020 zijn de tarieven met 1,4% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2020 zijn de tarieven vastgesteld. Er zijn dit jaar meer honden aangemeld dan voorgaande jaren, waardoor de opbrengst voor de hondenbelasting € 9.000 hoger is dan begroot.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting wordt geheven van personen die verblijf houden in de gemeente, maar die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Door een wijziging van de verordening Toeristenbelasting is het nu mogelijk om in de loop van het jaar al aanslagen Toeristenbelasting op te leggen. Alleen de belastingen over het 4e kwartaal kunnen pas in het volgende jaar worden berekend en opgelegd, omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend is.

In 2020 is primair een bedrag begroot van € 202.329. In verband met de Covid-19 situatie is bij de najaarsnota een bedrag van € 53.000 afgeraamd. Via de Algemene uitkering is de gemeente daarvoor gecompenseerd. In totaal is voor een bedrag van € 149.329 opgelegd over 2020. De aangiften voor het 4e kwartaal zijn op het moment van het opstellen van deze jaarrekening ontvangen zodat een bedrag van € 35.690 wordt meegenomen als nog op te leggen toeristenbelasting. Hierdoor ontstaat een meeropbrengst van € 21.765.

Voor 2020 zijn de tarieven met 1,4% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2020 zijn de tarieven vastgesteld.

Kwijtscheldingsbeleid

Als een belastingplichtige niet in staat is de belastingaanslag te voldoen, kan gedeeltelijke of gehele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden verleend. De gemeente Pijnacker-Nootdorp verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Kwijtschelding voor kleine ondernemers en ZZP-ers is niet mogelijk. De gemeente hanteert de zogenaamde 100%-bijstandsnorm. Dit betekent dat aan iemand kwijtschelding wordt verleend als zijn inkomen gelijk is aan, of lager is dan de bijstandsnorm. Binnen de landelijke beleidsvrijheid betekent dit dat er een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd.

Administratieve lastendruk verlagen

Om de administratieve lastendruk te verlagen is een contract afgesloten bij de Stichting Inlichtingenbureau. Dit is een informatieknooppunt, ingesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor gemeenten. Deze stichting kan voor de gemeente toetsen of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit is gebeurd voorafgaand aan de aanslagoplegging voor degene die in 2020 kwijtschelding hebben ontvangen, maar ook voor belastingschuldigen die via de website van de gemeente kwijtschelding aanvragen. Via de website worden dan een aantal vragen gesteld. Afhankelijk van de antwoorden kan automatische toetsing plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat niet alle gegevens aangeleverd hoeven te worden en dat snel op een verzoek kan worden beslist. Pas als blijkt dat er bijzondere omstandigheden van toepassing zijn volgt het verzoek om stukken te overleggen. Aan 396 belastingplichtigen is op deze wijze in 2020 automatisch kwijtschelding verleend.

Er zijn in totaal, naast bovengenoemde automatische kwijtschelding, 360 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan er 187 al dan niet gedeeltelijk, zijn toegewezen.

Het totale kwijtscheldingsbedrag was voor 2020 geraamd op € 372.623. In 2020 is een bedrag van € 318.545 aan belastingen kwijtgescholden waarvan € 25.215 betrekking had op belastingaanslagen voor eerdere belastingjaren.

Lokale lastendruk en beleidsindicatoren

Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse tarieven van de omliggende gemeenten in vergelijking met de tarieven van onze gemeente:

Tarieven in de regio 2020

Pijnacker-Nootdorp

Delft

Lansingerland

Leidschen-dam-Voorburg

Midden-Delfland

Rijswijk

OZB:

Eigendom woning

0,0932

0,1191

0,1003

0,0795

0,1205

0,0932

Eigendom niet-woning

0,2191

0,2902

0,2325

0,3821

0,2267

0,5546

Gebruik niet-woning

0,1558

0,2273

0,1889

-

0,1627

-

Afvalstoffenheffing:

1-persoonshuishouden

260

226

232

304

281

292

Meerpersoons-huishouden

352

354

290

367

372

387

Rioolheffing:

228

220

249

174

228

190

(De tarieven zijn afgerond op gehele euro’s.) bron: COELO

Beleidsindicatoren:

Toekomstige ontwikkelingen

Herziening financiële verhoudingen

Het Rijk en gemeenten spraken af om toe te werken naar een herziening van de financiële verhoudingen.

Op 7 december 2020 heeft minister Ollongren in een brief aan de Tweede Kamer (kenmerk 2020-0000691860) aangegeven dat de fondsbeheerders hebben besloten de besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan het volgende kabinet te laten. Dit betekent dat de invoering van de nieuwe verdeling opschuift naar 1 januari 2023. Als reden hiervoor wordt in de brief onder andere de huidige financiële positie van gemeenten en de nog lopende gesprekken met gemeenten over onder andere de toereikendheid van de financiering van de jeugdzorg aangegeven.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)

Op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De WKB heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. De wet gaat gefaseerd in. Er wordt gestart met de eenvoudigere bouwprojecten, daarna volgen eventueel de meer complexere.

De inwerkingtreding van deze wet zal gevolgen hebben voor de leges die nu nog geheven worden voor de behandeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning. Met name de grondgebonden woningen vallen onder de noemer 'eenvoudige bouwprojecten'. Diverse instanties zijn het er nog niet over eens of de gemeente voor de ruimtelijke component leges kunnen blijven heffen. Wij houden de ontwikkelingen sterk in de gaten.

Vanaf 2025 volgen de andere bouwwerken.

De WKB en de Omgevingswet

Tijdens de implementatie van de Wkb wordt zo nauw mogelijk aangesloten op de implementatie van de Omgevingswet. Niet alleen moet de bouwopgave een prominente plaats krijgen in zowel de omgevingsvisie en het omgevingsplan, ook de werkprocessen en het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) moeten aansluiten op de Wkb.